Zoals eerder gemeld:

Op de terugweg van onze wijntrip rond Nancy/Metz gingen we nog even op bezoek op een adresje nabij Houffalize, net ten Noorden van Luxemburg. Daar stond een, oorspronkelijk uit de Elzas afkomstige, wijnpers te koop.

Ons huidige persje heeft een capaciteit van zo’n 20 liter en dat is eigenlijk nu al te weinig, laat staan als alle druiven volwassen zijn. Gevolg van zo’n kleine pers is dat we heel veel persgangen hebben; die dientengevolge ook te snel gaan. Niet alleen is daardoor het rendement lager, bovendien vermoeden we dat het ook op andere manieren van invloed is op de wijn. Tijdens de vinificatie dit jaar hebben we een experimentje gedaan waarvan de uitkomst erop duidt dat de mate van schilcontact van véél sterkere invloed is dan we ooit hadden kunnen dromen..

Enfin, die pers in België had best nog wat ‘aandacht’ nodig maar de basis leek prima in orde. Qua formaat misschien zelfs een maatje te groot voor ons; maar ach – daar komen we ook wel uit. Maar tzjezzzus.. wat is dat ding loeizwaar. Gelukkig was de verkoper voor een redelijk bedrag bereid het gevaarte te komen bezorgen Begin december arriveerde het ding en konden we zien wat er aan gebeuren moest.. Sterker: ook al hebben we de pers pas in aug/sept nodig: meteen maar aan beginnen; werk genoeg. Eerst onderzocht hoe het uiteindelijk allemaal in elkaar hoort te steken en vervolgens als eerste stap ontroesten.

Een indruk meteen na het ‘uitpakken’:

rest2

Wat zie je:

  • linksonder de ronde drukplaat die straks boven op de te persen druiven komt te liggen. Vier centimeter dik eiken; helaas echt zodanig door houtworm en rot aangetast dat we dat toch echt gaan vervangen. Daarboven de balkjes die gestapeld moeten worden tussen de plaat en het persmechaniek; afhankelijk van het volume aan druiven. Die zijn nog prima bruikbaar.
  • Linksachter de twee mantels van de perskorf. Eiken planken van zo’n 80 cm. hoog. Ook aangetast door houtworm, maar wel in bruikbare staat (ze gaan nog een nachtje in de vriezer om zeker te stellen dat de wormpjes het niet meer doen). Veel planken zijn echter toch dusdanig poreus dat dat moeilijk goed te ontsmetten zal zijn; met groot risico op schimmels en ander ‘ongewenst terroir’. Daar moet dus echt wel iets mee gebeuren. Vervangen kan altijd nog – we kiezen voor schuren en lakken.
  • Rechts, op z’n kant, de onderbak; staand op poten van zo’n 40 centimeter hoog. Allemaal oerdegelijk: de poten zitten elk vast met twee bouten van een centimeter dik. In de ‘goot’ meerdere lagen verf met verschillende mate van dekking; de ‘bodem’ roestig metaal. Daarboven een roestige paal met even roestig schroefdraad en op de foto rechtsboven het mechaniek dat voor het eigenlijke persen moet zorgen. Vergelijk het maar met zo”n dopsleutel-ratel. Maar dan wat groter. Ik schat dat alleen al het gevaarte rechts ergens tussen de 200 en 300 kilo weegt…

Enfin: aan de slag met afbijtmiddel, staalwol, staalborstel en schuurmachines.


De Ratel

De ‘ratel’ in oorspronkelijke staat:

rest3

Eerst maar eens wat vet eraf schrapen:

rest4

Paar uurtjes schuren en ontvetten….

rest5

In de primer:

rest6

Je ziet: ik heb meteen de bovenzijde van de onderkant ook maar in de primer gezet. Moest ook wel: als je dat ijzer ontroest is meteen de beschermingslaag (vervuiling) weg en komt de roest tien keer zo hard terug. Al doende leert men, maar tweemaal ontroesten vond ik wel genoeg ;). De onderkant van ‘het gevaarte’ moet nog.

en wat laklagen later:

rest7

Zelfde voor de ‘kleine delen’:

rest8

En de som der delen leidt dan tot:

rest9


De Perskorf

Van boven ziet het er nog wel redelijk uit…

rest11

Maar van dichtbij heeft het meer van een schimmelkaasje.. Als gezegd: dat wordt niks en gaan we vervangen.

rest10

De latten van de perskorf zien er gelukkig een stuk beter uit. Geen enkele is natuurlijk hetzelfde; dus toch maar even goed nummeren allemaal..

rest12

En de zaak demonteren….

rest13

Schuren van het hout viel wat tegen. Ook omdat zowel wijn als roest kennelijk diep in het hout gedrongen zijn krijg je het onmogelijk helemaal egaal qua kleur. Hoeft ook niet.

Ook het roestvrij krijgen van de beugels was een hoop werk, maar gaf wel veel voldoening. Al was het maar vanwege de enorme ‘ijzerwolken’; wordt je echt een heel ander mens van:

rest18

Maar het resultaat mag er zijn:

rest15

en vervolgens…

rest16

Daarbij overigens wel even de tip dat je eigenlijk niet zoveel van die zware metalen ringen op van die ielige schragen moet zetten.

Want als er dan van één van die schragen een pootje breekt maakt dat vervolgens hééél veel herrie. Ik kan het weten…

Dus vervolgens maar op de grond verder:

rest17

 


Enfin… da’s de stand van zaken anno nu; eind januari 2016. Grofweg op de helft van het totale project…

To be continued…