Weer zo’n cruciaal keuzemoment in het leven van de wijnbouwer: we moeten bepalen wanneer we de Johanniter gaan plukken.
In 2012 hebben we in twee etappes geoogst: het eerste deel medio oktober, het tweede deel eind oktober. Daarbij hebben we per keer twee rijen geheel leeggeplukt.
Daarbij bovendien het voornemen een volgend jaar, bij gesplitste oogst, alle stokken half te plukken. De stok heeft dan ‘extra kracht’ om de nog hangende trossen te laten ontwikkelen.
2013 is anders: de druiven lopen achter. Althans: dat was bij de solaris zeker zo; bij de johan wat minder. Bovendien is het weer anders: we hebben momenteel erg veel regen.
Zojuist zo’n 40 druiven geplukt om daarmee een goede gemiddelde meting te kunnen doen.
Uitkomst:
- 73 Oe (iets lager dan eerder, komt vermoedelijk door de regen, bovendien waren de druiven nat)
- 10,7 zuur (ik had op smaak gegokt op 10 – niet slecht..)
Vergelijking 2012:
……….1e 2012 2e 2012 2013
OE 79 87 73 (76?*)
zuur 9 8,5 10,5
Feitelijk is suiker nog wat te laag en zuur nog wat te hoog en zouden we eea logischerwijze nog een tijdje laten hangen.
Maarrr:
- er is sprake van enige botrytis; hoe gaat zich dat ontwikkelen, zeker gezien het natte weer en de vrijwel dagelijkse regen, ook de komende weken.
- er hangen eigenlijk tè veel druiven aan de stokken. Door aanvankelijke onzekerheid over de troszetting hebben we de trosdunning dit jaar maar helemaal overgeslagen. Was meer ‘state of mind’ dan een weloverwogen keuze. Gevolg is wel dat sommige stokken bijna 20 trossen dragen, en dat is eigenlijk te veel. Van de andere kant: de trossen zijn veelal niet al te groot en dat compenseert dan weer.
- het suiker ontwikkelt amper nog
- het zuur weten we wel terug te brengen, gaat om 1 a 2 gram extra reductie; dat hebben we afgelopen jaar wel geleerd.
- * eerder deze week een suiker van Oe gemeten; kan zijn dat er sprake is van wat ‘verwatering’ door regen. Tot en met zaterdag wordt vrijwel geen regen meer verwacht; kan zijn dat dat Oe teruggaat naar 76.
Staat van de druiven:
- er is zeker sprake van Botrytis maar, tegen verwachting in, zie ik die afgelopen week niet heel snel ontwikkelen. Op aangetaste trossen verspreid het zich allicht maar het lijkt weinig ‘over te springen’. Ik zie ook vrijwel geen gebarsten druiven. Heb de aantasting niet geteld, maar even héél grofweg schat ik dat hooguit 5% echt is aangetast; bij hooguit 20% een begin. Het gros ziet er kerngezond uit
- opvallend is dat er groot verschil is in uiterlijk van de (gezonde) trossen. Er zijn er die goudbruin zijn met wat zwarte stipjes; er zijn er echter ook die appelgroen zijn. Je zou verwachten dat die goudbruine het rijpst zijn; dat blijkt echter niet uit meting. Is geen pijl op te trekken.
- opvallend is ook dat het Oe nog steeds enorm uiteen loopt – ik heb er gehad van onder de 60, maar ook van 85. Het Oe is amper op het uiterlijk van de druif voorspelbaar.
- de conditie van het blad is nog steeds prima.
Afweging:
- we kunnen besluiten eerste oogst minimaal een week uit te stellen
- het risico bestaat dat de botrytis in de tussentijd doorzet; na komend weekend keert de regen terug
- gesteld dat we ook dàn zouden besluiten tot oogst in twee tranches is het leereffect groter naarmate die tranches verder uit elkaar liggen
- (gedeeltelijke) oogst op korte termijn vraagt wel om ontzuren c.q. aansuikeren (zie andere posting)
- we willen nog beter gevoel krijgen bij de verhouding (fenologische) rijpheid – kwaliteit eindproduct – vorig jaar was er wel sprake van enig verschil, maar amper significant. Maw: hoe belangrijk is uitstel? Hoeveel risico wil je daarmee lopen?
Concreet voorstel, gesteld dat eea zaterdag nog onveranderd is:
- aanstaande zaterdag (19/10) oogsten we per stok de helft (dus, anders dan vorig jaar, alle vier de rijen).
- de botrytisaantasten allicht verwijderen
- verder toch prio bij de op het oog rijpste druiven; vervolgens van ‘onder naar boven’ – per uitloper blijft, afhankelijk van trosgrootte 1 a 2 trossen zitten.
- opbrengst naar schatting 150 Kg.
- het tweede deel pas oogsten als dànwel botrytis alsnog doorzet; dànwel nachtvorst met bladverlies tot gevolg.