De Johanitter is familie van de vooral uit de Elzas en Moezel bekende Riesling. Net als de Riesling levert hij wijnen met een relatief hoge zuurgraad die, bij voldoende rijping, gecompenseerd wordt door wat zoet a la de Pinot Gris.

niet te zuipen

Bij ons was die ‘relatief hoge zuurgraad’ aanvankelijk het understatement van het jaar. In goed Nederlands: “niet te zuipen, zo zuur”. Bovendien bleek de schimmeltolerantie minder hoog dan verwacht. En als je dan door valse meeldauw al begin september alle blad kwijt bent ontstaat al snel discussie of we met de Johanniter wel de goede keuze hadden gemaakt.
Dat werd nog eens versterkt doordat de ‘neus’ van het eindproduct meer verwantschap had met de geur van een sportkantine een uur na de wedstrijd dan met druiven.

Echter: meer dan met welke andere hobby dan ook is geduld een goede zaak.In de loop der tijd hebben we het noodzakelijke ‘spuitregime’ beter onder de knie alsook methoden om het zuurgehalte tijdens de vinificatie af te bouwen. De ‘sportkantine’ vond vermoedelijk zijn oorzaak in een spontane zgn. malolactische gisting nog vóór de persing, en ook daar hebben we een stokje voor weten te steken.

De Johanniter 2012 is dan ook een heel aardig wijntje geworden, aanmerkelijk beter dan de jaren ervoor. Op moment van schrijven is de 2013 nog niet geoogst, maar de opbrengst zal naar verwachting een veelvoud zijn van voorgaande jaren. Met wat we met de 2012 geleerd hebben hopen we ‘m verder te verbeteren.

prachtdruif

Bottom line zijn we het er unaniem over eens dat de Johanniter een prachtdruif is voor ons klimaat. De schimmelresistentie valt wat tegen (je moet tijdig preventief spuiten) maar vervolgens is het een sterke plant. De combinatie met de 5BB onderstam is (anders dan bij de Solaris) prima: hij groeit prima, maar beheerst. Vooral eind juni/begin juli tijdig de uitlopers opbinden en toppen; vervolgens ontstaat er jong blad op slechts langzaam groeiende ‘diefjes’ de mooi rechtop groeien.

Het suikergehalte hebben we nog amper boven de 80 Oe gehad, maar dat is voldoende. Zuurgraad is wel een aandachtpunt en juist daarom is het een kwestie van zo laat mogelijk oogsten. Liever in november dan in oktober. Of dat lukt hangt af van enerzijds nachtvorst (bladverlies!), anderzijds de mate van botrytis (rotting).

Zie ook Brabantse wijnbouwers