Afgelopen weken enkele prachtige voorjaarsdagen gehad. Met zelfs de warmste 31 maart ooit! Heerlijk!
Het levert ook steevast de vraag op ‘da’s vast goed voor de druiven, toch?’.
Dat laatste is echter minder evident dan het lijkt. Als de druiven erg vroeg uitlopen dan is het risico op vorstschade immers ook groter. En vorst is misschien wel het allergrootste risico voor de Nederlandse wijnbouw.
Vooralsnog ziet het er voor de komende weken wel redelijk veilig uit, met een laagste temperatuur van 1 graad ’s nachts:
Maar tsjaa… de nacht hoeft maar net ietsje helderder uit te pakken dan verwacht en we zakken zo naar een niveau onder nul.
De knoppen en eerste uitloop kunnen nog wel iets hebben en zullen ons niet meteen in de steek laten maar het risico is er beslist wel. En al helemaal als de druiven in bloei staan (maar zover is het nog niet).
Hoe ver is het dan wel?
De foto hierboven is van de johanniter op 7 april 2017. Gevoelsmatig is dat dat een erg vroege uitloop, maarrrr… het lijkt erop dat dat meer gevoelsmatig is dan feit. De prent hieronder is namelijk van 17 april 2016; slechts tien dagen later (maar ook al verder uitgelopen).
In die zin lijkt het verschil nogal mee te vallen. De tafeldruif op de pergola (vlakbij het huis, meer beschut) is wel al wat verder, daar loopt het blad al uit.
Wat doe je ertegen?
Gelukkig hebben we vorig jaar geïnvesteerd in een flinke grondwaterpomp, waarmee we via zes grote sproeiers nagenoeg de hele wijngaard nat kunnen houden. Klinkt vreemd, maar bij het bevriezen van water komt er warmte vrij en dat kan net het verschil maken. Voortdurend sproeien gedurende de nacht zou tot circa -3 voldoende bescherming moeten bieden.
Daarnaast houden we dit jaar, voor het eerst, het middeltje Frostect (werkzamen stof: het eiwit Harpine) achter de hand. Doordat kort voor de vorst te sproeien zou je gedurende zes dagen extra bescherming moeten krijgen tot ca -4. Dit gebeurt door een reactie in de cellen; het niveau van mineralen wordt verhoogd waardoor de vorming van ijskristallen wordt voorkomen. FrosTect beschermt dus ‘van binnenuit’.
Daarnaast zal het middeltje de algemene weerstand tegen ondermeer schimmels versterken en stimuleert het de groei.
Hoe lang duurt de risico-periode?
Volgens de weerkundigen is het risico op nachtvorst na ijsheiligen (half mei) achter de rug. Meestal klopt dat wel, maar zeker niet altijd: in 2015 hadden we in de wijngaard in de nacht van 15 op 16 juni nog heftige nachtvorst. Op Vliegbasis Twente werd in die nacht -9,8 gemeten! De klimaat-extremen betreffen niet alleen warmterecords!
En als het dan toch mis gaat?
Als de knop danwel de ‘bloem’ toch bevroren raakt zul je daarop evident geen druiven gaan krijgen. Elke knop heeft echter een reserve-knop en die zal vervolgens alsnog gaan uitlopen. Echter: die nieuwe knop heeft dan een groeiachterstand van 2 a 3 weken en dat gaat het extra lastig maken de druiven goed af te laten rijpen. Bovendien levert dat ‘reserve oog’ vaak minder goede of zelfs helemaal geen vruchtzetting.
Bij de vorst in 2015 hebben we echter gemerkt dat alleen de knoppen op de ‘liggers’ bevroren waren. De knoppen op de kop van de plant (die wat later uitlopen) niet. Uiteindelijk leverde het absoluut flink opbrengstverlies maar minder ernstig dan aanvankelijk leek…
En als het wél goed gaat?
Dan zal het vroeger voorjaar mogelijk de afrijping iets vervroegen en da’s helemaal prima.
Maar, ofschoon vorst in de Nederlandse wijngaard het grootste risico is hebben we nog een lijstje ‘overige bedreigingen’:
- echte en valse meeldauw
- zwartrot
- botrytis
- wespen
- suzuki fruitvlieg
- hagel
Vooral de wespen baren ons reeds nu wat zorgen: er vliegen verdacht veel Koninginnen rond. Waren er vorig jaar amper wespen, dit jaar zal dat vermoedelijk omgekeerd zijn. En da’s vooral voor de Solaris potentieel slecht nieuws.
Enfin, het is elk jaar weer spannend.
Geef een reactie